Ananasleer, plastic of schimmels: hoe duurzaam en groen zijn leeralternatieven?
Ananasleer, plastic of schimmels: hoe duurzaam en groen zijn leeralternatieven?
Er komen steeds meer leervervangers op de markt die enthousiast vegan of plant based leather worden genoemd. Maar is al dat namaakleer wel zo plantaardig en milieuvriendelijk als wordt gesuggereerd? V ging op verkenning.
Labels met vegan leather erop duiken steeds prominenter op in boetieks en luxe warenhuizen. Winkels die de druk voelen van kritische klanten als het gaat om duurzaamheid en diervriendelijkheid. Kopers die veganist, vegetariër of flexitariër zijn en bont mijden, zetten nu ook vraagtekens bij het dragen van leer. Ze zijn gevoelig voor de suggestie dat een schoen of tas van dierenleedvrij of plantaardig materiaal gemaakt is en het label vegan draagt. Dat klinkt puur, duurzaam en eerlijk, maar is het dat ook? Is het niet precies hetzelfde als vroeger, toen je aan het ruitje op het doorzichtig stickertje in een schoen kon zien dat het geen echt leer was? Of is er wel degelijk iets veranderd? Een onderzoek in 8 prangende vragen.
1. Wat is vegan leer?
Het begrip vegan leer is een parapluterm die zowel op plastic als op plantaardige leeralternatieven kan slaan. Het is vooral een onzinnaam, een marketingterm. Veganistisch leer is immers een contradictio in terminis. Iets waar senior onderzoeker duurzaam textiel Paulien Harmsen van de Universiteit van Wageningen zich danig over kan opwinden. ‘Leer is een verzamelnaam voor bewerkte dierenhuiden en die zijn per definitie allesbehalve veganistisch. De naam leer zou beschermd moeten zijn’, zegt ze in haar werkkamer in het hyperduurzame Axis-gebouw op de Wageningse campus. ‘Synthetisch of plantaardig namaakleer komt qua kwaliteit niet in de búúrt van echt leer. De term vegan speelt in op de emotie dat dierlijk slecht is, en veganistisch goed.’
Dat terwijl echt leer juist ongekend duurzaam is. Het ademt, is oersterk en gaat lang mee. Leer werd al in de prehistorie gebruikt om schoenen en jakken van te maken. Ötzi de ijsman werd dik vijfduizend jaar na zijn dood aangetroffen in een muts, een jas, een lendendoek, riem en pijpen van met dierenpezen aan elkaar genaaide stukken leer die nog intact waren. De materialen die vandaag de dag worden aangeprezen als vegan leer lijken uiterlijk weliswaar op leer – zoals een veggieburger op een hamburger lijkt – maar zijn gemaakt van plastic of van plantaardige grondstoffen en daardoor veelal minder lang houdbaar.
2. Wat is er mis met dierlijk leer?
De populariteit van echt leer is, net als die van bont en vlees, op zijn retour. Het aantal mensen dat geen dieren meer wil consumeren en zich veganistisch voedt en kleedt, stijgt gestaag. Specifieke cijfers over de verkoop van leervervangers zijn er niet, laat ondernemersorganisatie INRetail desgevraagd weten, maar ook daar bespeurt men wel degelijk een grotere vraag naar verantwoorde mode. Behalve weerzin tegen dierenleed is de hoge CO2-uitstoot van vee en de dreigende ontbossing van de Amazone voor veeteelt een reden om geen leer meer te kopen. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties is de veehouderij verantwoordelijk voor 14 procent van alle broeikasemissies door menselijke activiteit.
Voor het bewerken van leer is bovendien ongenadig veel water nodig – 100.000 liter per koeienhuid. Om van dierenvachten leer te maken moeten ze worden geweekt, ontvet, onthaard en gelooid om bederf door rotting te voorkomen. Leer looien kan ook op plantaardige basis, bijvoorbeeld met eikenbastextract. Eind 19de eeuw werden voor het eerst synthetische looimiddelen op basis van het sterk vervuilende chroomsulfaat ontwikkeld, dat na gebruik in het oppervlaktewater terechtkomt.
Ook al daalt de populariteit, leer is nog steeds de melkkoe van de mode-industrie. Voor modeconglomeraat Kering, waar onder meer Gucci en Balenciaga onder vallen, komt 72 procent van hun omzet van de verkoop van tassen en schoenen. In 2021 werd wereldwijd voor 250 miljard aan lederwaren verkocht door Kering en andere modeconcerns als LVMH, Versace, Zara en Nike. Ook voor bankstellen, fauteuils en auto-interieurs is leer een graag gebruikte grondstof.
In september 2022 ging de documentaire Slay in première, van de makers van de anti-vleesdocumentaire Cowspiracy. Slay gaat over het winnen van bont, leer en wol en toont hoe in de Indiase leerhoofdstad Kanpur dagelijks een hoeveelheid vervuild water geloosd wordt waar je twintig olympische zwembaden mee zou kunnen vullen. Behalve in India, Rusland, China en Brazilië zijn er ook in Europa vervuilende looierijen. In Polen bijvoorbeeld, in Frankrijk en Italië, met name in de streek tussen Florence en Pisa. Volgens de makers van Slay werkt het merendeel hier ook met chroomsulfaat, dat volgens een EU-rapport huidproblemen en kankergezwellen kan veroorzaken. Werknemers uit Senegal, Albanië en Marokko maken er zesdaagse werkweken van 13 uur per dag, tegen een loon van nog geen 2 euro per uur.
3. Hoe en waar wordt plastic namaakleer gemaakt?
Het bekende namaakleer skai werd in 1958 op de markt gebracht, als merknaam door de Duitse firma Konrad Hornschuch AG, waarna het de soortnaam werd. Tegenwoordig wordt plastic leer vaak eufemistisch pleather genoemd, een samentrekking van plastic en leather. Wat de naam ook is, nepleer is grotendeels gemaakt van synthetische en dus door mensen gemaakte vezels, op basis van fossiele brandstoffen. Om materiaal te creëren dat op leer lijkt, wordt een laag microvezels (of katoen of canvas) bedekt met een laag kunststof, veelal polyurethaan, waarop een reliëf kan worden gedrukt dat lijkt op de structuur van leer. Dat kan snel en goedkoop, denk aan plastic schoenen van een paar tientjes bij Scapino. Maar het kan ook met meer zorg en tijd, waardoor tassen en schoenen niet alleen ogen als leer, maar net zo duur zijn. Het modemerk Nanushka verkoopt bijvoorbeeld de Origami-tas van alt-nappa (alternatief voor nappaleer) voor 696 euro. Dit alt-nappa bestaat voor 60 procent uit polyurethaan en 40 procent uit polyester. Stella McCartney, de wereldberoemde Britse modeontwerper die nooit bont of leer gebruikt, verkoopt haar succesvolle Falabella-tas voor 995 euro, gemaakt van 100 procent polyester met een voering van 100 procent gerecycled polyester.
4. Hoe duurzaam is pleather?
Aan het maken van plastic tassen kleeft weliswaar geen dierenleed, maar milieuvriendelijk is het helaas niet. Veel van de gebruikte materialen zijn niet recyclebaar en niet biologisch afbreekbaar, zoals polyurethaan (PU) en polyvinylchloride (pvc).
‘Met name die blends zijn kwalijk’, zegt Paulien Harmsen van de Universiteit van Wageningen. ‘Items van 100 procent polyester bieden nog wel mogelijkheid tot recycling, mits er niet te veel toevoegingen aan te pas zijn gekomen, zoals kleurstoffen, coatings en additieven die zorgen dat materiaal glanst of antistatisch, antibacterieel, zacht en soepelvallend is. Maar zelfs als het makkelijk te hergebruiken is: recyclen vergt óók energie en chemicaliën. Zeker, je kunt petflessen (van polyethyleentereftalaat) prima recyclen tot textielvezels, maar daarna is het einde oefening. Pet breekt echt niet volledig af in de natuur. Er zijn groenere alternatieven op komst, zoals PEF, gemaakt van biomassa. En dan is er ook nog PLA, op basis van tot melkzuur gefermenteerde suiker waarvan een polymeer wordt gemaakt. PLA wordt al decennia gebruikt voor biomedische toepassingen zoals hechtdraad, maar is daarnaast een van de weinige voorbeelden van een biobased polymeer dat commercieel wordt toegepast voor gebruiksvoorwerpen als verpakkingen en bekers. Het is ook een serieuze kandidaat voor biobased en afbreekbare textielvezels. De verwachting is dat de vraag daarnaar gaat groeien.’
5. Hoe en waar wordt ‘plant based’ namaakleer gemaakt?
Een eenduidig antwoord op de vraag hoe plantaardig nepleer wordt gemaakt is er niet. Er zijn op dit moment talloze varianten op de markt, bijvoorbeeld van cactus, ananas, appel en schimmels. Veel ontwikkelingen vinden plaats in de Amerika’s, maar ook in Azië en Europa zijn start-ups bezig met plantaardige leer-lookalikes. Een ogenschijnlijk veelbelovend alternatief voor dierlijk of plastic leer lijkt mycelium, een materiaal gemaakt van paddenstoelen – schimmels dus. Microbioloog Han Wösten van de Universiteit Utrecht heeft er zijn specialiteit van gemaakt en werkt sinds 2010 met kunstenaar Maurizio Montalti op Europees niveau samen met de leerindustrie, Volkswagen en Fiat. ‘Als je bepaalde schimmels door stro heen laat groeien, vormen zij op het grensvlak tussen dat stro en de lucht een soort huid’, legt hij uit op zijn werkkamer op de Utrechtse Uithof. ‘Deze huid kun je lossnijden en gebruiken als een alternatief voor leer.’
Vanuit de auto-industrie en de modewereld is daar warme belangstelling voor: Stella McCartney heeft zich al gewaagd aan schimmeltassen. Samen met het Amerikaanse bedrijf Mylo bracht ze de Frayme-schoudertas uit, op basis van myceliumleer. Die tas kost 2.200 euro en bestaat uit schimmels die zijn afgewerkt met een coating van PU (polyurethaan). Wel dierenleedvrij dus, maar niet plasticvrij.
Waarom plastic toevoegen aan een plantaardige tas? ‘Het nadeel is dat het materiaal nog niet goed bestand is tegen scheuren’, zegt microbioloog Wösten. ‘De trekkracht en elasticiteit van schimmelleer kunnen we inmiddels vergelijken met die van dierlijk leer, maar de scheurbestendigheid is nog niet zo best. Dat kun je oplossen door het mycelium te lijmen op een onderlaag van een materiaal dat die bestendigheid wel heeft. Dus is de vraag: is het sterk genoeg, of moet er toch een polymeer bij om het sterker te maken. En zo ja, is dat oké?’
Want zodra een polymeer wordt toegevoegd, wordt recyclen een stuk complexer, om over composteren nog maar te zwijgen. ‘Ons doel is het mycelium uiteindelijk te laten composteren’, stelt Wösten. ‘Wij voegen geen plastics toe. Wij maken de grondstof voor het leer, maar hebben geen zicht op wat onze klanten er vervolgens mee doen. Het is de vraag of het daarna nog steeds composteerbaar is.’
Ook Fashion for Good, een internationaal platform voor duurzame mode-innovatie, plaatst kanttekeningen bij de duurzaamheid van vegan leer. In antwoord op vragen van de Volkskrant schrijven ze: ‘De levensduur van veel alternatieve leersoorten is op dit moment meestal korter dan die van dierlijke leersoorten, en ze voelen en tonen vaak net even anders. Misschien ook goed om in gedachten te houden dat er naast melk- en vleeskoeien geen aparte leerkoeien bestaan, dus als we de huiden niet gebruiken, worden ze verbrand. Zolang er vlees wordt gegeten, is er dus leer beschikbaar.’
6. Wie verkopen plantaardig leer?
Stella McCartney is lang niet het enige merk op de wereldmarkt dat zich gewaagd heeft aan plantaardig leer. In 2021 presenteerde het luxe modehuis Hèrmes, in samenwerking met de Amerikaanse start-up MycoWorks, zijn eerste tas van myceliumleer. Ook H&M experimenteert met innovatieve materialen. Zo werkte de Zweedse firma in 2019 met het bedrijf Piñatex dat ananasleer produceert, en met Vegea, een bedrijf dat plantaardig leer maakt van restafval uit de wijnindustrie. Het vooruitstrevende materialen- annex modehuis Pangaia gebruikt het druivenleer van Vegea om sneakers te maken.
In Nederland is Vega-Life, met een website en een stenen winkel in Amsterdam, een gerespecteerde speler op de vegan markt. Behalve 100 procent veganistische kleding, accessoires, beautyproducten en voeding zijn er voornamelijk schoenen te koop. ‘Ook onze leervervangers zijn vooral gemaakt van microvezels’, zegt Mirjam Kramer van Vega-Life, ‘en wat ons betreft allemaal beter dan leer, waarvan de oorsprong en verwerking desastreus zijn. Onze schoenen zijn nog niet perfect, maar met grote zorg zo duurzaam mogelijk gemaakt door merken die investeren in nieuwe materialen op basis van plantaardig afval. Wat wij verkopen is veel duurzamer dan schoenen die zo goedkoop mogelijk worden gemaakt, zoals regulier nepleer, dat vanuit marketingoogpunt nu ook vegan leather wordt genoemd.’
De Rotterdamse modeontwerper Joline Jolink bracht ongeveer een jaar geleden sneakers van appelleer op de markt. Een vegan leeralternatief dat deels gemaakt wordt van restmateriaal uit de appelteelt. 100 procent vegan, maar niet 100 procent plasticvrij en moeilijk te recyclen omdat het een blend is. Jolink: ‘De belangrijkste overweging in mijn materiaalkeuze is diervriendelijkheid. Appelleer is inderdaad niet biologisch afbreekbaar, maar dat is veel bewerkt dierlijk leer ook niet. Daarin is het niet anders dan appelleer, maar appelleer is wel dierenleedvrij en in de productie al vele malen duurzamer dan 100 procent synthetisch leer.’
7. Hoe zit het met de regelgeving?
Anders dan in de voedingsindustrie, waarbij op productverpakkingen tot in detail moet staan wat erin zit, en vegan inhoudt dat er ook echt niks dierlijks in zit, staat op kledinglabels alleen het land waar het item gemaakt is, de samenstelling en simpele wasinstructies. Daarbij mag ieder mode- of meubelmerk ongestraft roepen dat zijn tassen, schoenen of stoelen vegan zijn, of plant based. Voor veel van dit soort leeralternatieven geldt dat ze misschien wel vegan zijn, maar niet vrij van fossiele grondstoffen. Want ook al met 10 procent plantaardige materialen kan een product het label ‘biobased’ krijgen. Of een product überhaupt recyclebaar is, valt momenteel ook nog nergens te controleren.
Daar komt verandering in, voorspelt Paulien Harmsen van de Universiteit van Wageningen. ‘Er zijn Europese plannen voor een Digital Product Passport voor kleding en accessoires, waarop via een soort QR-code af te lezen valt wat er precies in zit, hoe het zit met additieven en of een product recyclebaar is. Daarnaast ligt er bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een plan klaar voor Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV), en een soort statiegeld voor ingeleverd goed.’ De verwachting van het ministerie is dat dit Besluit UPV Textiel, dat producenten en importeurs verantwoordelijk maakt voor de gehele cyclus van een product, tot en met de afvalfase, dit voorjaar nog ingaat. Registreren als producent of importeur is al mogelijk.
8. Wat is wijsheid?
Zolang het verwerken van mycelium, appelpulp en andere plantaardige grondstoffen tot tassen en schoenen nog niet plasticvrij kan en je toch een tas of paar schoenen wilt die zowel dier- als milieuvriendelijk zijn zit er eigenlijk maar één ding op: de exemplaren die je al hebt afdragen en investeren in zo stevig mogelijke alternatieve stappers. Maar wat voor schoeisel je ook draagt: trap niet in al te rooskleurige reclamepraatjes.
Quellen: deVolkskrant
Von : Cécile Narinx en Anne Mijnbeek